Neeltien Jans Hogenbirk ( Ramaker)
Neeltien Jans Hogenbirk ( Ramaker),
geb. op 14-07-1697 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 14-07-1697 te Huijsen,
ovl. op 12-07-1743 te Huijsen,
begr. op 12-07-1743 te Huijsen; Impost: f 3,-.- Vader:
Jan Gerbrantsz Hogenbirk ( Ramaker), zn. van Gerbrand Teunisz Hogenbirck,
geb. te Hilversum; Koptienden Huizen Eerste: 1700-57,
ovl. op 08-07-1736 te Huijsen; DTB-20; Koptienden Laatste: 1732-33,
begr. op 12-07-1736 te Huijsen; DTB-13-Begraven-Impost: f 3,-,
, -
JAN RAMAKER (Jan Gebrantsz Ramaker/Hogenbirk)
Huizen Koptienden (1700-57 1732-33):
1700-57: v. Elbert Jacobsz Smit 6 cop
1732-33: SLUIJEN 1729, 1730, 1731
- op Claas Nederberg en Cristiaan Uiijttenhove 6 cop
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 14-04-1686: op Paeschen; aangenomen op Belijdenis: Aaltien Gerrits (huijsvrouw van Jan Gerbrantsen Ramaker
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1691; Huijser Eijnde; Jan Gerbrantsen Ramaker en Aaltien Gerriits, echteluijden
-
ORA-184-3175; 25-02-1695: Adriaen Huijbertsz Kleijn weduwnaar van Neeltgen Gerrits ter eenre en Jan Gerritsz Backer de Jonge en Jan Gerbrantsz Rademaker als voogden over de onmondige kinderen van voorn ouders ter andere sijde. Adriaen
Huijbertsz Kleijn betaalt voor ieder kind f 250 ter compensatie van de moederlijke goederen te betalen zodra zij mondig worden
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1698; Aan Huijser Eijnde; Jan Gerbrantsz Raemaecker en Aeltien Gerrits (overleden 19-05-1700)
-
Naarden S&L-3712-Vreemdelingen; 22-01-1701; Jan Gerbrantsz Ramaker; Vreemdeling van afkomst; Sijn grootvader was van:was een vreemde Ramaker van Ijpen of Fasen uijt Gelderlant
-
Huizen-DTB-19-Lidmaten-1708; 'Huijser Ent; Jan Gerbertsen Ramaker
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527-Folio-092; Waarde broeder, op Heden den 12 maart 1714 soo vertelt Jan gerbrantsz ramaker onsen ouden bekenden buijrman aen mij, hoewaar is, dat eenen voornamen koehouder genaamt Willem M: wonende na bij het Slot
tot Loendersloot, en al daar op het huijs den Haringh, welcke voornoemde koehouder seer laat in den herfts soo aen sijne nabeuren koijen al daar en als Elders hier en daar aen andere koijen met een bedroeft Herte sagh en hoorde, dat soo ras
deselve koijen op stal gebragt waren, voort sieck wierden en stierven, soo resolveert niet alleen dien voornoemden koehouder, om sijne koebeesten van de winter niet op stal te setten, maar hij heeft het oock tot dus verre niet gedaan, want hij
heeft sijne koijen, den gehelen winter door (wel toegedeckt apperent) altijt op sijn werf ongebonden laten loopen en hij heeft deselve ook altijt uijt sijn Hoijbargh, soo veel Hoij laten Eeten als sij wilden en haar dranck gegeven gelijck
behoorde maar daar wel op te letten staat, soo sijn
van dese mans koijen, op heden noch niet een daar van sieck geweest, dogh wat daar noch op volgen sal, dat sal de tijt Leren
-
ONA-3731A036; 20-05-1729: Huw.v.w. tussen Jan Hogenbirk ramaker tot Huijsen weduwnaar van Aaltje Gerrits ter eenre en Anna Hester Roeks weduwe van Hendrik van der Waart ter andere sijde beijde wonende tot Huijsen
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 07-05-1729: Ondertrouw, 22-05-1729: getrouwd Jan Gerbrandse Hogenberg (Wednr.) van Aeltje Gerrits met Anna Hester Rooks (Wed.) laatste van Hendrik Matthijsz van der Woert; beide alhier wonende
-
ORA-184-3178; 22-01-1735: tot voogden over minderjarige nagelaten kind van wijlen Gerbrand Jansz Hogenbirk verwekt aen Marritje Jacobs Justitie werden gestelt Jan Gerritsz Commin en Jan Gerbrandsz Hogenbirk
-
Huizen-DTB-20-Begraven; 14-03-1736: Ester Everts huijsvr. van Jan Gerbrants Hogenbirk
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 19-03-1736: Anna Hester; Pro Deo
-
Huizen-DTB-20-Begraven; 08-07-1736: Jan Gerbrants Hogenbirk
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven12-07-1736; Jan Gerbrands Ramaker: f 3,-
-
ORA-184-3178; 16-11-1736: Tot voogden over (Claes) Harmanis van der Meer minderjarige soon van Wijgje Jans, die mede erfgenaam is van wijlen Jan Gerbrandse Ramaker werden gestelt Claas Koij de Oude en Albert Willemsz van den Brink,
tr. (2)
met Anna Hester Roecks ,
tr. (1) op 26-10-1681 te Huijsen.
- Moeder:
Aeltien Gerrits , dr. van Gerrit Gerritsen ,
geb. te Huijsen,
ovl. op 19-05-1700 te Huijsen; DTB-18-Lidmaten-1698,
begr. op 24-05-1700 te Huijsen;DTB-12-Begraven-Impost: Pro Deo.
tr. op 05-01-1721 te Huijsen; Pro Deo
met
Albert Willemsz Brink van den Rademaker,
geb. te Schalk,
, -
ORA-184-3218A043; 19-09-1726: Interrogatorien. Albert (Willemsz) van den Brink meester wagemaker/Timmerman alhier
-
ORA-184-3178; 16-11-1736; Tot voogden over (Claes) Harmanis van der Meer minderjarige soon van Wijgje Jans, die mede erfgenaam is van wijlen Jan Gerbrandse Ramaker werden gestelt Claas Koij de Oude en Albert Willemsz van den Brink
-
ORA-184-3179; 05-11-1745: wijlen Albert van den Brink, hebbende nagelaten een minderjarige soon genaamt Willem van den Brink ... dog die benevens Jan van den Brink broeder van de overledene, en oom van de gem. minderjarige soon.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1721 | Huijsen | †1721 | Huijsen; <= n1722 | | 0 | 0 |
2 | Willem | *1722 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
3 | Jan | *1724 | Huijsen | | Huijsen; <= 1736 | | 0 | 0 |
4 | Aeltje | *1726 | Huijsen | †1727 | Huijsen; <= 1727 | 0 | 0 | 0 |
5 | Aeltje | *1727 | Huijsen | | Huijsen; <= 1730 | | 0 | 0 |
6 | Aaltje | *1730 | Huijsen | | Huijsen; <= 1740 | | 0 | 0 |
7 | Geertje | *1735 | Huijsen | | Huijsen; <= 1745 | | 0 | 0 |
8 | Jan | *1736 | Huijsen | †1736 | Huijsen; <= 1737 | | 0 | 0 |
9 | Jan | *1737 | Huijsen | | Huijsen; <= 1745 | | 0 | 0 |
10 | Aaltje | *1740 | Huijsen | | Huijsen; <= 1745 | | 0 | 0 |
>